Kijken naar Ruïne.

Tekst geschreven door Marianne Devogele naar aanleiding van Kunstkader; editie 2015.

Een tuin vol beelden, een bos van sculpturen, een verstilde versteende ontmoeting met “ruïne”.

Ergens midden in de tuin worden we gefascineerd door het werk dat de titel draagt “ruïne”: een imposante sculptuur in Balegemse steen dat in zijn drie-deligheid de leegte wil omvatten. Wat ooit één blok steen was, werd in drie stukken gekliefd en in een cirkelpatroon opgesteld. Een stenen triptiek maakt als het ware ruimte voor het sacrale. Het geometrische grondplan nodigt uit om de sculptuur te betreden.

In deze omarmende beschutting worden we geconfronteerd met onze eigen oer-wereld geschiedenis. De steen die ons nu zijn inhoud toont, zit vol afwisseling van kleur, vorm en hardheid. De oude oorspronkelijke kern is na duizenden jaren aangegroeid en geeft zijn geheimen en grilligheid prijs, opgeroepen door de steenkapperhand van Klaar Cornelis.

Als oorspronkelijk het stengel- en boommotief uit de natuur de inspiratiebron was bij de kunstenares, zien we hier een zekere evolutie naar een architecturale vormgeving. De stenen leunen hier niet meer tegen elkaar, ze staan zelfzeker, eigenzinnig de zwaartekracht trotserend. De afzonderlijke stenen blijven reiken naar de oneindige ruimte.

In een verkenningstocht rond de sculptuur worden we telkens verrast door unieke gezichtspunten. Door de openingen door, blijft de inhoud zich vrijgeven. In deze omzwermende wandeling worden we ook sterk geconfronteerd met de hand van de kunstenaar. Al luisterend naar de grillige materie, kerft en beitelt ze een geometrisch patroon in de snijwonden. In een onmogelijke symmetrie worden beide kanten aangepakt. De oppervlakte van de sculptuur wordt eveneens in een fijne schriftuur bewerkt. En zo heeft elke sculptuur van Klaar Cornelis zijn verhaal, de toeschouwer kan en mag het lezen en vervolledigen.

De titel “ruïne” verwijst ook duidelijk naar architectuur, een getuigenis van een herinnering, een litteken van wat ooit geweest is. De ultieme uitdaging in het oeuvre van Klaar Cornelis is de ontdekking dat een steen leeft als een intrinsiek deel van de natuur. Als we in staat zijn onze zintuigen te tunen op het ritme en de groei van de natuur, dan kan deze stenen wereld zich openen als leraar en trooster.

Naast de Balegemse steen zoals het werk “ruïne”, werkt Klaar Cornelis eveneens in Ierse arduin, blauwe hardsteen, Doornikse steen, brons en gips. De materialen zijn zo fundamenteel authentiek dat men gans haar oeuvre kan kaderen in de minimalistische kunststroming. Geometrie en abstractie zijn voor haar zeer fundamenteel, figuratie is in deze werken niet te vinden.